Etiologie
Bij XLH is er sprake van een verhoogde spiegel van fibroblast groeifactor 23 (FGF23), een peptide met een fosfaturische werking, welke wordt geproduceerd in osteocyten.
De toegenomen fosfaatuitscheiding in de nier leidt tot een fosfaattekort in het bloed. Daarbij wordt de vorming van het actief vitamine D geremd.
De afwijking in FGF23 is waarschijnlijk het gevolg van een afwijkende functie van het PHEX-gen. PHEX ligt op de korte arm van het X-chromosoom (Xp22.11). Een normale functie van PHEX leidt tot inactivatie van FGF23. Bij een mutatie in PHEX vindt deze inactivatie van FGF23 niet plaats, is er een teveel aan FGF23 en ontstaat fosfaturie.
Genetisch advies
Vanwege de overerving via het X-chromosoom, is de kans op overdracht van XLH:
- Van een aangedane vrouw op haar nakomelingen:
- 50% voor zowel dochters als zonen
- Van een aangedane man op zijn nakomelingen:
- 100% voor dochters
- 0 % voor zonen
Bij ongeveer een derde van alle patiënten ontstaat XLH de novo.
Bij identificatie van een pathogenetische variant in PHEX is genetische counseling voor de patiënt en het bespreken van familieonderzoek aangewezen.
Bij een kinderwens is het mogelijk een preïmplantatie genetische test (PGT) of tijdens een zwangerschap prenatale diagnostiek te verrichten.